Arjuna Vermeulen: zo weird als iedereen
04 april 2024Toen dansmaker Arjuna Vermeulen in 2020 een rol kreeg in de voorstelling Traces van choreograaf Shailesh Bahoran, kreeg hij nieuwe inzichten over zichzelf. Hij had zich tot dan toe alleen op breakdancevloeren begeven – het theater zag hij niet als een plek waar hij hoorde. ‘Theater leek altijd netjes en clean. Wat ik doe is niet mooi en perfect, het is rauw en real. Maar bij Shailesh zag ik dat terug en ik dacht: dat wil ik wel proberen.’
Interview met Arjuna Vermeulen voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad
Tijdens die samenwerking besefte Vermeulen dat hij heel lang heeft vastgezeten in wat wel of niet mogelijk is in zijn bewegingen en in hoe hij zijn verhaal vertelt. Als breakdancer gebruikt hij bijvoorbeeld bijna nooit zijn armen, behalve voor wat simpele bewegingen om de beat te ondersteunen. ‘Maar Shailesh werkt met allerlei armconcepten omdat hij naast breaker ook popper en locker is’, legt Vermeulen uit. ‘Tijdens de repetitiedagen heb ik een paar uur naar mijn armen staan staren, zo van: what the fuck moet ik ermee doen?’ Plots klikte het en lukte het hem om Bahoran te volgen. ‘Blijkbaar ben ik niet alleen maar de breakdancer die bepaalde bewegingen doet, blijkbaar kan ik meer met mijn lichaam’, ging er door Vermeulen heen. Sindsdien probeert hij zijn artistieke visie verder te ontwikkelen.
Taal als maker
Daar past zelf dansen minder goed bij, al is dat enigszins noodgedwongen – Vermeulen is met breakpensioen. ‘Sinds mijn twaalfde breakdance ik al. Na een paar jaar les ben ik gewoon buiten gaan trainen, op stenen, zonder coach, zonder warming-up. Mijn lichaam is nu op. Mijn knieën, schouders en nek doen pijn.’ Hij doet oefeningen om de pijn te verlichten, zodat hij wellicht ooit zelf weer kan dansen. Maar ondertussen weet hij dat niet alleen uitvoerend dansen hem gelukkig maakt; sinds Traces is hij zich gaan afvragen wat de taal is die hij wil spreken als hij als maker in het theater staat en in hoeverre die verschilt van de taal die hij spreekt op de breakdancevloer.
Dat wat hem drijft, zijn filosofie, is liefde. Die vond hij toen hij in zijn tienerjaren begon met breakdancen. ‘Ik ben opgegroeid in een buitenwijk van ‘s-Hertogenbosch en werd altijd gepest. Ik heb een Indiaas uiterlijk, ook al ben ik Afrikaans-Indiaas. Mijn zus heeft een Afrikaans uiterlijk, mijn moeder is een redhead uit Rotterdam en er waren geen vaders in beeld. Wij waren het weirdste gezin in de straat.’
Overal waar hij kwam bleef hij de vreemdeling: ‘Bij turnen was ik de enige bruine dude in een strakke legging. Bij capoeira was iedereen achttien terwijl ik elf was.’ Maar toen stapte hij een les breakdancen binnen. ‘Binnen tien minuten zag ik: iedereen is hier weird. Er waren Surinamers, Molukkers, Hindoestanen… Ik denk dat dat inherent is aan straatcultuur en aan hiphop: iedereen die zich niet thuis voelt belandt op straat.’
De liefde die hij meer dan twintig jaar geleden in de breakdancecultuur vond, neemt hij nog steeds mee in alles wat hij doet. Een aantal jaar geleden zette hij met anderen het community center Cypher HQ op om hiphopcultuur te vieren en door te geven. Ook organiseert Vermeulen evenementen, zet projecten op en maakt community theater. De tatoeage op zijn nek spelt: Love is my religion.
Leunen op liefde
Het uitdiepen en leunen op die liefde binnen de hiphopgemeenschap heeft ook een keerzijde, want Vermeulen wordt er in zijn makerschap weleens door belemmerd. Als hij samen met anderen iets maakt voelt het alsof ze op gelijke voet staan met elkaar, dus in hoeverre kan hij dan nog een leider zijn die de koers bepaalt? ‘Als ik samenwerk maak ik het meteen comfortabel tussen ons en ben iedereens mattie. Maar als ik na een paar weken alles wil omgooien en de rest voelt dat niet, dan heb ik een probleem.’ Hoe kan hij die verstandhouding veranderen en zich meer positioneren als een artistiek leider, is een vraag waar hij nu mee worstelt.
Komende tijd wil hij bij PLAN Brabant daarom vooral zijn werkwijze onderzoeken. In juni 2024 zal hij drie weken lang elke week met een andere danser in de studio staan. Die dansers zullen uit verschillende disciplines komen, bijvoorbeeld een breakdancer maar ook een balletdanser. Een van de drie zal hij goed kennen, de ander wat minder goed en de laatste moet een totale onbekende zijn. Zo wil hij aftasten hoe hij zich het beste naar hen toe kan opstellen en hoe hij het meeste uit de samenwerkingen krijgt.
Wat er precies uit die onderzoeksweken gaat komen weet hij nog niet. Ergens in november staat er een voorstelling gepland, maar de contouren daarvan zijn ook nog vaag. Eerst is het nodig dat hij zichzelf uitdaagt en leert hoe hij zich het best als maker kan opstellen naar degenen waar hij mee werkt. Eén ding is in ieder geval duidelijk: zijn artistieke visie, zijn wens om liefde te delen en te verspreiden, zal hij altijd blijven uitdragen.
Foto’s: copyright PLAN-portret Arjuna Vermeulen door Niels Vinck.