Menu

Timo Tembuyser over de erotiek van muziek
PLAN

‘Ik denk dat samen zingen misschien wel de meest activistische daad is die er is, omdat het gaat over jezelf verliezen in zekere zin. In een goed koor hoor je jezelf niet meer. Je geeft je stem samen met anderen en er gebeurt iets in die samensmelting van stemmen wat lijven niet kunnen, waardoor je jezelf verliest zonder dood te gaan.’

Van 2021 t/m 2023 werd performer, zanger, componist en theatermaker Timo Tembuyser ondersteund door PLAN. Manu van Kersbergen sprak afgelopen winter met Timo op een besneeuwd (!) pleintje voor de Sint Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch. Het gesprek start bij de kerk en opgroeien in een conservatief kader en gaat vervolgens over het over de grenzen kijken en de erotiek van muziek.

Timo’s nieuwe voorstelling MISSA MAMA NOVA is in de meimaand te zien in Theater Rotterdam (10 mei), Theater De Nieuwe Vorst in Tilburg (29 mei) en op Dag in de Branding in Den Haag (31 mei)


Ontmoet de makers

Kom uit je comfortabele stoel voor Alesya Dobysh
PLAN

Een museumzaal is niet een voor de hand liggende plek voor een dansperformance, maar danser en choreograaf Alesya Dobysh houdt er juist van om zulke ruimtes op te zoeken. In 2023 liet ze een paar dansers tussen enorme architecturale objecten van Thomas Schütte in Museum De Pont door bewegen. Soms interacteerden ze met de sculpturen door ze aan te raken of door op ze te lopen of te klimmen. Ook bewogen de dansers zich dicht bij het publiek dat door de ruimte verspreid was, soms zelfs zodanig dat die gedwongen waren aan de kant te gaan.

Interview met Alesya Dobysh voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Alesya Dobysh danste zelf ook in deze performance genaamd Motus Sonus. Ze stond op een klein platform dat verbonden was aan een modulaire synthesizer. Een microfoon ving de geluiden van haar lichaam op: haar voeten die op het platform terechtkwamen of haar hand die langs een ander lichaamsdeel schuurde. Max Frimout, de geluidsartiest waar Dobysh vaker mee samenwerkt, vervormde die geluiden ter plekke: een soort muziek waar Dobysh met haar dans weer op reageerde.

Het beginpunt van Dobysh’ werk is beweging in relatie tot geluid en geluid in relatie tot beweging. Ze maakt dus niet vanuit de wens een onderwerp te analyseren of uit te diepen. Dat is wel wat er vaak gebeurt als we naar een optreden kijken: we verwachten dat we een boodschap meekrijgen en dat er een narratief zit in het getoonde. Dobysh is uit op iets anders: ‘Ik wil dat mensen beweging als beweging zien en niet beweging als een verhaal.’

Fysieke reactie
Door de lichamelijkheid van dans kan iets intuïtiefs worden getriggerd, waar Dobysh op uit is. ‘Een fysieke reactie in plaats van een intellectuele. Je moet het voelen. Geen betekenis zoeken, maar het lichaam aanschouwen, de geluiden die dat lichaam maakt horen, de pulsaties die erdoorheen gaan zien.’

Dobysh begon met dansen in Rusland, waar ze in aanraking kwam met house dance, een straatcultuurdansstijl met veel voetbewegingen. Ze heeft dus nooit dans gestudeerd, maar was onderdeel van de urban dansgemeenschap in Moskou en leerde daar haar eigen stijl ontwikkelen.

Lange tijd begaf ze zich in de battle scene die hoort bij house dance, maar sinds een jaar of zeven is ze ook geïnteresseerd in het theater. Al zal het nooit echt een plek worden waar ze graag wil zijn, wat voornamelijk ligt aan hoe de ruimte is ingericht in theaters, met het podium aan de ene kant en het publiek aan de andere: ‘Er is vaak een afstand tussen het publiek en de performers.’

Geen comfort
Dobysh experimenteert door haar performances op minder traditionele plekken op te voeren: in oude fabrieken, galerieën of musea. Het publiek krijgt geen aangewezen plekken, maar kan zelf bepalen waar het gaat staan of zitten. ‘Als mensen niet op een comfortabele stoel achteruit kunnen gaan zitten zoals ze in het theater kunnen, maar eerst op zoek moeten naar een plek, zullen ze zich anders tot het werk verhouden. Ze zullen alleen daarom al wat ze zien minder intellectualiseren.’

De komende tijd zal Dobysh haar concepten verder ontwikkelen samen met PLAN Brabant. Beweging en geluid zullen de basis blijven van haar onderzoek, maar ze is altijd ook nieuwsgierig naar het samenwerken met andere artiesten. Vorig jaar had ze voor Motus Sonus drie andere dansers met verschillende culturele achtergronden en danservaringen uitgenodigd voor de performance en dat wil ze voor elk nieuw optreden graag weer doen.

Controleverlies
Momenteel werkt ze door aan Motus Sonus. Zo onderzoekt ze een nieuw element met geluidsartiest Max Frimout: hoe beïnvloeden materialen zoals aluminium, glas of metaal beweging en geluid? In de studio gooide Dobysh bijvoorbeeld water op een groot vel plastic, waar ze vervolgens op begon te dansen. ‘Je kunt uitglijden, dus je lichaam moet zich daaraan aanpassen – je verliest controle over je bewegingen. Het geluid dat je lichaam en het materiaal maken is ook anders.’

Het is voor Dobysh alsof er een ander persoon de performance binnenkomt als ze zo’n nieuw element introduceert. ‘Ik onderbreek mijn normale flow met zulk materiaal. Dat is spannend.’ Wat er precies uit dit onderzoek gaat komen en of ze het gaat gebruiken in een nieuwe performance weet Dobysh nog niet, maar net zoals andere aspecten in haar dans vindt ze het in ieder geval leuk om te experimenteren en te onderzoeken hoe haar lichaam zich beweegt.

Foto: Alesya Dobysh’ Motus Sonus in De Fabriek Eindhoven.

 


Ontmoet de makers

Drie nieuwe PLANmakers ingestroomd
PLAN

Goed nieuws: drie kersverse PLANmakers zijn sinds 1 januari ingestroomd! Arjuna Vermeulen, Alesya Dobysh en Maxime Dreesen kunnen de komende jaren met steun van het netwerk hun talenten verder ontwikkelen. Heel kort iets over de makers, lees meer over ze op hun gloednieuwe pagina’s.

𝗔𝗿𝗷𝘂𝗻𝗮 𝗩𝗲𝗿𝗺𝗲𝘂𝗹𝗲𝗻 begon met dansen in 2002, waarna Breaking uitgroeide tot een manier van leven. In 2020 danste Arjuna bij Theaterfestival Boulevard in Traces van maker Shailesh Bahoran. Hier ontdekte hij zijn aanleg voor andere dansstijlen, zijn creatieve inzicht en zijn expressieve persoonlijkheid. Na jarenlang als autodidact in de breakdance scene actief te zijn geweest, zette Arjuna zijn zinnen op het theater. lees meer

𝗔𝗹𝗲𝘀𝘆𝗮 𝗗𝗼𝗯𝘆𝘀𝗵 komt uit de (Russische) straat-en club scene, waar ze de liefde voor house dance ontwikkelde – een clubstijl die de nadruk legt op gearticuleerd beenwerk en heavy flow. Ze won prijzen bij internationale battle events als Juste Debout (Parijs) en Summer Dance Forever (Amsterdam). Met haar bewegingstaal brengt Alesya haar voetwerk tot abstracties als ritme, pulsatie, stilte of lichaamsgeluiden. lees meer

𝗠𝗮𝘅𝗶𝗺𝗲 𝗗𝗿𝗲𝗲𝘀𝗲𝗻 is theaterregisseur en performer. Het werk van Maxime behandelt thema’s zoals seksualiteit, plezier, gender, falen en queer activisme. Vanuit (semi-)autobiografische bronnen streeft Maxime vervolgens naar een universeel, activistisch en politiek effect. lees meer

Fotografen: (van links naar rechts) Arjuna door Len van der Pol, Alesya door Kate Lock, Maxime door Lennert Madou.

 


Ontmoet de makers

PLANmakers @ Festival Cement 2024
PLAN

Van 15 t/m 23 maart trakteert PLANpartner Festival Cement weer op een negendaags festival vol spannende voorstellingen. Zo’n 20 jonge makers uit Nederland en Vlaanderen tonen op allerlei plekken in Den Bosch hun werk aan een nieuwsgierig publiek. Zoals elk jaar, is er ook weer veel ruimte voor (oud) PLANmakers. Zin om nieuwe werk te ontdekken? We zien je graag in Den Bosch!

20 maart t/m 22 maart
Bram van Helden / Stichting Stilstaan
Tijd van de dingen

21 maart
Piet Van Dycke / Circumstances
Glorious Bodies

16 maart t/m 19 maart
King Sisters
Close To Harmony

15 maart t/m 18 maart
Plankton
Er rent een berg voorbij

22 maart t/m 23 maart
Simon Bus
Three Studies (for a self-portrait)

22 maart t/m 23 maart
Timo Tembuyser
Missa Mama Nova

 

Kijk voor het complete programma hier.

 

 


Ontmoet de makers

Manu van Kersbergen in gesprek met Eleni Ploumi
PLAN

Van 2020 tot en met 2022 werd performer en choreograaf Eleni Ploumi ondersteund door PLAN. Manu van Kersbergen spreekt met Eleni over haar DIY-maakpraktijk, over (niet) volgens de klok leven en over de ultieme kick van performen in een metal café tussen twee punkconcerten door.

Interview: Manu van Kersbergen
Productie: Branded Cinema
Camera & montage: Gilles van Leeuwen
2e Camera & geluid: Jelle Klokman
Concept & redactie: Dirk Verhoeven, Eugenie Verschuren
Muziek: Mathijs Leeuwis – Col du Madeleine & L’lzoard


Ontmoet de makers

Anna Verkouteren Jansen sleept films, graphic novels en troost het theater in
PLAN

Als je theatermaker Anna Verkouteren Jansen vraagt naar haar werk, begint ze al gauw over films. Al haar inspiratie krijgt ze namelijk uit films, met het surrealistische Everything Everywhere All at Once uit 2022 als favoriet. Toch studeerde Verkouteren Jansen aan de Toneelacademie Maastricht. Al is haar werk geen klassiek theater te noemen doordat ze tegen elke theaterconventie aanschopt.

Interview met Anna Verkouteren Jansen voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Ze stoort zich aan die toneelregels. Als een voorstelling begint en het publiek binnendruppelt, komt het weleens voor dat een acteur al op het podium staat. ‘Die is dan heel overdreven aan het leven’, zegt Verkouteren Jansen. Maar dat we allemaal weten dat het gespeeld is en we in een theater zijn, verbreekt haar verbeelding. Liever wil ze even helemaal in een andere wereld meegezogen worden, zozeer dat ze vergeet dat ze naar een verhaal aan het kijken is.

Dat lukt beter met films dan met theater vindt ze. En daarom maakt ze, zoals ze het zelf omschrijft, films voor theater, met werelden die tussen de fantasie en realiteit in liggen. ‘Droomwerelden waarmee ik het publiek kan bezweren en even in een fantasie kan laten leven.’

Villa Volta
Efteling voor volwassenen, noemt ze dat. ‘Alsof je in de Villa Volta zit, waar van alles gebeurt om jouw realiteitsbesef te ontwrichten.’ In haar voorstelling Rusty Brown bijvoorbeeld, ontdekt een jongetje dat er een zwart gat in zijn buik zit. Vanuit dat absurdistische gegeven ontvouwt zich het verhaal, waarbij er geen live acteurs te zien zijn. De hele voorstelling lang luister je naar een radio in een pikdonkere ruimte waar een vooraf opgenomen stem uit komt. Om je heen staan allerlei boxen voor de muziek en audio die je op een immersieve manier naar een andere wereld moeten transporteren. De subtiele lichten prikkelen je zintuigen, en langzaamaan begint het geheel steeds meer als een psychedelische ervaring aan te voelen. Als dan ook nog de radio begint te zweven, sijpelt de verbeelding die in je hoofd zit helemaal de ruimte binnen.

‘Voor mij is fantasie het meest troostrijke dat er bestaat’, legt Verkouteren Jansen uit. ‘Wegvluchten in fantasie of dissociëren is een reddingsmiddel voor wie eenzaam is. Ik probeer mensen die dat gevoel herkennen te laten zien dat het wel goed komt, dat je niet alleen bent.’

In haar eigen leven was er één belangrijk moment waarop ze dat zelf ervoer. Het was winter en donker, en ze voelde zich eenzaam. Ze piekerde urenlang in bed en had slapeloze nachten. Op een dag pakte ze de graphic novel Rusty Brown van Chris Ware uit de kast en begon te lezen. ‘In een van de illustraties kijkt het personage je recht aan. Er gebeurde iets bij mij toen ik naar hem keek – ik voelde me door de schrijver aangekeken. Ik zag dat hij precies dezelfde gevoelens doormaakte als ik.’

Sindsdien probeert ze dat gevoel ook over te dragen op haar publiek – vandaar dat ze haar voorstelling naar de graphic novel noemde. ‘Door mijn eenzaamheid en duistere gevoelens in een soort van bal samen te proppen, hoop ik dat er anderen zijn die zich net zo aangekeken voelen in die plek van eenzaamheid als ik deed bij Rusty Brown.’

Ufo’s en westerns
Haar volgende voorstelling, Junebug, zal in zeker opzicht persoonlijker zijn. Ze weet nog niet hoe de voorstelling er precies uit zal zien, maar zeker is dat er ook hier geen live acteurs op het podium zullen staan. Wel horen we de stem van een vrouw, Junebug, die door een mistig Western filmlandschap in de Verenigde Staten rondrijdt, op zoek naar ufo’s en haar vader.

De vader van Verkouteren Jansen overleed toen ze één jaar oud was en hoewel ze tijdens haar jeugd maar al te goed wist dat hij dood was, zocht ze in haar fantasieën constant naar hem. ‘Aan het eind van zijn leven was hij kaal, dus bij elke kale man die ik op straat zag dacht ik: dat zou hem kunnen zijn. En ik ging in speelgoed of boekjes zoeken of hij misschien niet een briefje of een boodschap voor me had achtergelaten.’

Junebug zal op nog een andere manier persoonlijker zijn: homoseksualiteit is een belangrijk thema in die voorstelling. Verkouteren Jansen: ‘Lange tijd heb ik me geschaamd voor wat ik voelde of dacht. Onlangs kwam ik erachter dat mijn homoseksualiteit daar een groot onderdeel van is, dat ik me schaamde voor mijn liefdesgevoelens en ze binnengehouden heb. Dat ligt nu achter me, vandaar dat homoseksualiteit prominenter in mijn voorstellingen zal zitten.’

Voor Junebug houdt dat in dat het hoofdpersonage een butch is, een lesbische vrouw wier eigenschappen als masculien worden gezien. Om een beter beeld te geven van dit werk dat nog in ontwikkeling is, maakt Verkouteren Jansen nog één laatste keer een verwijzing naar een film en tv-serie, een populaire reeks met een geheel eigen mysterieuze stijl die zich op het Amerikaanse platteland afspeelt: ‘Denk Fargo, maar dan gay en met cowboylaarzen.’

Foto’s: copyright PLAN-portret Anna Verkouteren Jansen door Bas de Brouwer.

 


Ontmoet de makers

Het luisterend oor van de nieuwe PLAN coördinator
PLAN

Sinds Sander Jongen coördinator is geworden bij PLAN Brabant, gaat hij veel bewuster naar het theater. Laatst zag hij Euhm… in vijf bedrijven van Plan Brabant-maker Elias de Bruyne. Jongen: ‘Het was een beetje een absurdistisch stuk, waarin hij naar het eind toe een soort van droste-effect maakte. Dat was een mooie twist. Als een voorstelling mij op het verkeerde been zet en ik verrast of verwonderd ben, vind ik dat zeker een kwaliteit.’

Interview met Sander Jongen voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Theater, dans en circus zijn redelijk nieuw terrein voor Jongen – hiervoor lag zijn focus vooral op beeldende kunst. Lange tijd werkte hij als beleidsmedewerker en vervolgens maakte hij de overstap naar docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten St. Joost. Daar gaf hij theorielessen en werd hij ook studieleider, waar Jongen vaardigheden als coördineren en organiseren leerde, die nodig blijken in zijn nieuwe functie.

‘PLAN Brabant is oprecht geëngageerd aan jonge makers’, vertelt hij vol enthousiasme. ‘Er zijn veel verschillende partijen in het netwerk, maar allemaal vinden ze het belangrijk om de talenten te ondersteunen met de expertises die ze hebben.’

Uiteraard hoopt hij zelf ook iets bij te dragen aan de organisatie. ‘Een aantal weken geleden hadden we een voordrachtsvergadering, waarbij verschillende organisaties mensen aandragen die we als PLAN Brabant kunnen ondersteunen. Tijdens die vergadering merkte ik op hoe complex zo’n procedure is.’ Het deed hem denken aan hoe hij en zijn collega’s in het kunstonderwijs studenten beoordeelden. Welke criteria neem je, hoe weeg je die? Is ‘goed’ of ‘slecht’ een criterium of laat je dat juist achterwege?

Jongen merkt dat zo’n procedure bij PLAN Brabant nog in ontwikkeling is, waarin hij een mooie uitdaging voor zichzelf ziet als coördinator. Zijn doel is om mensen uit de vergadering te laten stappen met het gevoel dat ze recht hebben gedaan aan de jonge talenten en dat ze goede, inhoudelijke gesprekken over die makers hebben gevoerd.

Hoe heeft Jongen zelf zijn talenten ontwikkeld? ‘Dat heb ik niet heel bewust gedaan. Vanuit mijn studie Cultuurwetenschappen ben ik heel analytisch opgeleid en ben daardoor goed in observeren en interdisciplinair denken. Verder denk ik dat ik vanuit mijn ervaring als studieloopbaanbegeleiding een goed luisterend oor heb. En ik werk graag samen met geëngageerde mensen. Dat is eigenlijk geen talent, maar ik vind het wel heel belangrijk!’

Vanaf 1 januari 2024 is Sander Jongen de nieuwe PLAN coördinator. Hij volgt daarmee de gewaardeerde Patrice Matthee op die afgelopen najaar als programmamanager educatie in de Bibliotheek Schiedam aan de slag ging. 

 


Ontmoet de makers

Anthony van Gog laat de materialiteit van het lichaam spreken
PLAN

‘Dit is precies wat ik zoek,’ dacht Anthony van Gog toen hij danser Evangelos Biskas zag bewegen. ‘Hij heeft een hele elastische manier van bewegen,’ vertelt Van Gog. ‘Er zit een extreme kracht in zijn bewegingen, maar ook soepelheid en elasticiteit. Als een soort tornado kan hij zijn lichaam door de ruimte gooien.’

Interview met Anthony van Gog voor PLAN Talentontwikkeling Brabant.
Tekst: Mina Etemad

Biskas bleek de perfecte danser voor Van Gogs nieuwe voorstelling crowdkill. Met de performance wil Van Gog zoeken naar een manier om de materialiteit van het lichaam opnieuw te laten spreken. Dat klinkt vaag, maar wat een lichaam doet of voelt kun je nou eenmaal moeilijk in woorden vatten. Dit is duidelijk een voorstelling die je moet ervaren.

Als je in de zaal zit, begeef je je in een cirkel, met om je heen een aantal speakers. Daardoorheen zijn vooral bastonen goed te horen en jij als publiek zit middenin het geluid. In het midden, waar Biskas danst, bevinden zich vier microfoons, die de geluiden van zijn bewegingen opvangen. Van Gog: ‘We proberen zijn aanwezigheid in geluid voelbaar te maken bij het publiek. Zodat je haast in zijn lichaam duikt en daarmee in een soort ambiguïteit terechtkomt. Zit je in zijn lichaam, of erbuiten? Kijk je naar iemand of voel je zelf iets in je lichaam?’

Bastonen
In één scène laat Biskas bijvoorbeeld zijn ledematen op de grond vallen. Door de zorgvuldig geplaatste speakers en de geluidsvormgeving van Boris de Klerk, vult de ruimte zich met de klanken en trilt helemaal. Langzaamaan hoor je de geluiden die Biskas’ lichaam maakt intensiveren. ‘Daardoor lijkt het alsof alle botten in dat lichaam over elkaar heen gaan,’ licht Van Gog toe. ‘Alsof je ze bijna hoort breken. Op een bepaalde manier word je zo op je eigen materialiteit teruggeworpen.’

De speakers zetten vooral de bastonen sterk aan, wat intens kan zijn voor je lichaam, maar ook aangenaam of meditatief, aldus Van Gog. Tijdens een onderzoekspresentatie in mei liepen de reacties van het publiek dan ook uiteen. Sommigen vonden het rustgevend; een vrouw zei dat het voelde alsof ze haar baby weer in haar buik had. Anderen vonden het verschrikkelijk, te gewelddadig zelfs, en wilden haast de ruimte ontvluchten. Van Gog vindt beide reacties interessant: ‘Iets vervelends hoeven we niet als slecht te zien. Het is ook goed om in het onaangename te blijven.’

Hyperventilatie
Voor crowdkill heeft Van Gog ook geput uit zijn eigen lichaam, toen hij tijdens het vooronderzoek in zijn eentje in de studio was. Hij bewoog en filmde dat, om de beelden vervolgens te bekijken. Daarbij merkte hij op dat hij zijn spieren vaak aanspande, zijn lichaam reageerde ergens op. Die reactie komt terug in de voorstelling: ‘Naast fluïde bewegingen werkt Evangelos ook veel met spierspanning.’

Wat het precies is waar Van Gogs lichaam met het aanspannen van de spieren op reageerde, dat doet er voor hem niet toe – hij probeert niet de oorzaak van de spanning met dans weg te nemen. Eerder werk van hem had wel dat effect, al was dat niet zijn inzet. Samen met Maarten Heijnens maakte hij een veertig minuten durende ademhalingscompositie over hyperventilatie, Breathing Piece. Door Van Gog inzichtelijk maakte hoe het lichaam reageerde op een hyperventilatieaanval, heeft hij er zelf geen last meer van.

Zijn laatste werk is Heartscore uit 2021, ook met eerdergenoemde Maarten Heijnens. Daarin benaderden ze het lichaam ook op een biologische manier doordat hun hartslagen instrumenten waren. In zijn nieuwe voorstelling laat Van Gog de biologie van het lichaam los. ‘Nu wil ik de mystiek behouden.’

Van Gog studeerde af aan de performance opleiding van de Toneelacademie Maastricht en doet nu een master filosofie aan de Universiteit van Antwerpen. Een discipline waarin taal en analyseren heel belangrijk is, heel anders dan zijn werk op de vloer. ‘Wanneer de filosofie over het lichaam spreekt, schiet het eigenlijk voorbij aan datgene waar het over wil spreken. Het lichaam heeft geen woorden, maar is gewoon het lichaam.’

Crowdkill
Om één woord nader te analyseren: wat betekent de titel van het stuk, crowdkill? ‘Een crowdkiller is een figuur uit de moshpitscene. Hij zit niet in de moshpit, maar bevindt zich aan de rand ervan. Daar danst hij op een chaotische, haast gewelddadige manier waardoor hij het publiek soms raakt.’

Van Gog is niet zozeer geïnteresseerd in de subcultuur van de moshpit, maar is wel gefascineerd door de bewegingsstijl. ‘Er zit een bepaalde overlap tussen hoe een crowdkiller beweegt en hoe Evangelos dat doet. Hun lichamen raken in een wervelwind. Als je naar ze kijkt wil je mee in de stroming. Maar iets houdt je tegen, je durft het niet helemaal.’

Wie weet wat er met je gebeurt als je naar Biskas kijkt in crowdkill. Misschien vind je het rustgevend of meditatief, maar net zo goed kun je iets onaangenaams beleven, waar je het aangename in kunt proberen te zoeken.

Foto: Renate Beense


Ontmoet de makers

Manu van Kersbergen in gesprek met Simon Bus
PLAN

Van 2019 t/m 2023 wordt choreograaf en danser Simon Bus ondersteund door PLAN. Manu van Kersbergen spreekt met Simon middenin een Eindhovense verkeersader en graffiti hotspot. Ze praten over Simons tienertijd waarin hij danspasjes van Run D.M.C. op muziekzender The Box imiteerde, over zijn fascinaties voor ongemak en voor de portretten van kunstschilders Egon Schiele en Francis Bacon, over breakdance, Butoh en relevant naar zichzelf en het ouder wordende lichaam toe blijven.

Interview: Manu van Kersbergen
Productie: Branded Cinema
Camera & montage: Gilles van Leeuwen
2nd Camera & geluid: Jelle Klokman
Concept & redactie: Dirk Verhoeven, Eugenie Verschuren
Muziek: Mathijs Leeuwis – Col du Madeleine & L’lzoard


Ontmoet de makers

De harmonieuze en schurende klanken van King Sisters
PLAN

Bij Joske, Annelie en Marthe Koning thuis werd er tijdens hun jeugd heel vaak gezongen. Zo vaak dat er, om de chaos te beteugelen, een regel kwam: aan tafel mocht geen zang meer klinken. Maar zo eens in de maand gold het tegenovergestelde, dan moest juist alles wat ze aan die ontbijttafel zeiden gezongen worden. Nu vormen de zussen Collectief King Sisters, met één belangrijk bindend element: zang.

Interview met Collectief King Sisters voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad

Die scène aan de ontbijttafel schetst het gezin van de drie zusters af als een gezellig en creatief geheel. Maar de zussen schelen telkens 3,5 jaar, dus tegen de tijd dat Joske (de oudste) uit huis ging op haar achttiende, was Marthe elf. Hun belevingswerelden lagen daardoor ver uit elkaar. Joske: ‘We waren zeker geen grote Von Trapp-familie zoals uit The Sound of Music. Maar zulke momenten aan de keukentafel vormden ons wel.’

Daarnaast kent hun familie – zoals elke andere familie – breuken en scheuren, die terug te zien zijn in hun voorstellingen. Joske: ‘We pogen een collectief te vormen terwijl we individuen zijn met elk ons eigen verhaal en onze eigen boog binnen de familiegeschiedenis. In ons werk zie je hoe we elkaar volgen, of juist tegenkleuren.’ Ze vertrekken daarbij niet vanuit het autobiografische, maar vertalen die familiedynamieken naar een abstract niveau waarin klank het belangrijkste medium is.

In hun voorstellingen zoeken de zussen bijvoorbeeld in klankimprovisaties en -experimenten naar de relatie tussen harmonie en conflict. Ze maken daarbij ook gebruik van de ruimte en hoe ze ten opzichte van elkaar staan, welke ruimte ze innemen en welke ruimte er tussen hen staat. Al drie voorstellingen hebben ze kunnen maken, met een Best of Fringe Award voor Song of the Sisters in 2018.

Muziek is altijd een verbindende factor geweest tussen hen. Hun vader had weliswaar natuurkunde gestudeerd, maar had een atypische muziekverzameling met onder andere minimal muziek uit de jaren tachtig, jazz en hedendaagse muziek met intense drumpartijen. Marthe: ‘Dan was je huiswerk aan het maken en dacht je: pap, kan die herrie alsjeblieft uit?’ Ze lacht: ‘Nu ben ik ouder en merk ik dat ik diezelfde muziek zelf ook opzet want dan ontspan ik zo lekker.’ De zussen luisteren veel naar dezelfde artiesten: Nina Hagen, Laurie Anderson, Joni Mitchell, Nina Simone en Meredith Monk.

Ondanks die gedeelde achtergrond en muzieksmaak, zijn de drie zussen elk in een ander vak geschoold: Joske is actrice, Marthe is performancekunstenaar en Annelie is zangeres. In het collectief brengen ze die disciplines samen en breiden daarmee ook hun individuele vaardigheden of interesses uit. Annelie, die als enige niet van een theateropleiding komt, doet bijvoorbeeld momenteel een master theater aan de Toneelacademie Maastricht: ‘Daarin onderzoek ik onder andere de ruimte tussen de performer en het publiek.’ Ze focust zich op de momenten tussen nummers door waarop je als zanger het publiek toespreekt. ‘Dat zijn momenten waarop je eigenlijk heel dichtbij het publiek kunt komen, maar waar voor mij ook mijn grootste ongemak zit.’ Juist dat ongemak is voor haar een gevoel om uit te diepen.



Ja-nee-koor

Als collectief onderzoeken ze eveneens die relatie tussen performers en het publiek en vragen zich af of ze die afstand kunnen verkleinen. Rebuilding a Voice, een a capella gezongen voorstelling, eindigt er bijvoorbeeld mee dat het publiek een koor wordt en meedoet. ‘Dan zijn wij niet meer de enigen die muziek zenden’, aldus Joske. Het idee voor dat koor ontstond vanuit Marthe, die tijdens een voorbereidingsdag voor Rebuilding A Voice een ja-nee-koor had gemaakt met een publiek. ‘Sommigen moesten ja zingen, anderen nee. Dat zijn tegenstellingen, maar ik liet die twee woorden samenklinken vanuit het idee dat als je een tegenovergestelde mening hebt, je alsnog kunt samenkomen in klank.’ Annelie vult aan: ‘In die voorstelling deden we een poging een meerstemmige maatschappij te creëren.’ Joske: ‘We leven in een tijd waarin er niet meer één overheersend wereldbeeld is, maar waarin er allerlei wereldbeelden naast elkaar bestaan. Dat ja-nee-koor was een abstractie of versimpeling van die pluriformiteit. Uiteindelijk kreeg iedereen in het publiek een eigen klank en werd dat een kakofonisch koor van meerstemmigheid.’

Die meerstemmigheid zullen ze in hun komende voorstellingen eveneens opzoeken. In hun eerstvolgende werk nemen ze hun familiedynamiek nog eens kritisch onder de loep, met als belangrijke bron de muzikale spelletjes uit hun jeugd. Ze vertrekken vanuit close harmony-zang, een meerstemmige zangstijl waarbij de verschillende stemmen elkaar volgen en weinig afstand tot elkaar hebben, maar waarbij er ook dissonantie is. Joske: ‘Er zit harmonie en schuring tussen de tonen, net zoals tussen de verschillende disciplines die wij beoefenen, maar dus ook tussen ons als zussen.’

Ook zijn Annelie, Marthe en Joske benieuwd of het publiek deel van het collectief kan worden, en ze introduceren een nieuw element in de voorstelling. ‘In onze vorige voorstellingen raakten we elkaar niet aan,’ zegt Joske. ‘Nu willen we onderzoeken wat aanraking betekent of losmaakt.’ En ook daarin is harmonie te vinden, evenals schuring: ‘Door een aanraking krijg je informatie mee over de ander, bijvoorbeeld of diegene je volgt, of juist kracht geeft of leidt.’

Foto’s: copyright PLAN-portret Collectief King Sisters door Bas de Brouwer.


Ontmoet de makers
Francesca Lazzeri / Wild Vlees
Meer weten over Francesca Lazzeri / Wild Vlees?

Timo Tembuyser over de erotiek van muziek

15 april 2024

‘Ik denk dat samen zingen misschien wel de meest activistische daad is die er is, omdat het gaat over jezelf verliezen in zekere zin. In..

Lees verder..

Binnenkort

Close to Harmony

King Sisters
Het Nationale Theater
Zaal 3, Den Haag

Om de hoek woont een struik

Plankton / Sonja van Ojen en Hendrik Kegels

Circumstances – EXIT

Piet Van Dycke
TAK Theater
Liechtenstein (DE)

Crowdkill

Anthony van Gog
Moving Futures Festival
Theater Bellevue, Amsterdam

Sonja van Ojen – Het Donker

Plankton / Sonja van Ojen en Hendrik Kegels
Bekijk de hele agenda

Broedplaatsen

In de broedplaatsen kunnen makers hun eerste stappen zetten en zichtbaar maken. Tegelijkertijd is het een kennismaking tussen een maker en partner(s), op basis waarvan een lange(re) samenwerking tot stand kan komen. Er zijn broedplaatsen in Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven.

Partners

In PLAN werken de volgende producenten, podia én festivals samen: Festival Cement, Theaterfestival Boulevard, DansBrabant, Het Zuidelijk Toneel, Festival Circolo, De Nieuwe Vorst, Podium Bloos, Parktheater Eindhoven, United Cowboys, Theater Artemis en de Verkadefabriek. Lees hieronder meer over de werking van elke partner of klik door naar ieders website.