6 PLAN-makers te zien op Festival Cement
14 maart 2025PLAN-partner Festival Cement verovert binnenkort weer de theaterzalen van ‘s-Hertogenbosch. Van 26 mei t/m 1 juni zie je het werk van maar liefst 19 jonge..
Lees verder..
Sinds het begin der tijden staren we naar de sterren, op zoek naar betekenis, perspectief, en onze plek in het heelal. Maar wat als je niet omhoog hoeft te kijken om dat gevoel van oneindigheid te ervaren?
In deze grote kleine ruimtereis nemen we je mee langs Orion, de Grote Beer en Cassiopeia—een choreografie van sterrenbeelden die je leidt naar de rand van ons zonnestelsel. In Lift Off onderzoeken we hoe we die overweldigende grootsheid kunnen oproepen in een kleine, alledaagse ruimte zoals een lift. Een plek waar je normaal gedachteloos instapt, verandert in een lanceerplatform voor verstilling en verwondering.
Wat als liefde en haat geen tegenpolen zijn, maar uit dezelfde kracht komen? Wat als het ene slechts de schaduw is van het andere? Dat is wat Paradigm op een fysieke manier onderzoekt. De lichamen van dansers Shailesh Bahoran, Patrick Karijowidjojo en Keshaw Manna bewegen in een eindeloze wisselwerking van duwen en trekken, breken en helen. Met hiphop en breakin’ als taal, rauw en ritmisch. Een gesprek waarin geen woorden nodig zijn.
Een paradigma is een kader waarin we de wereld begrijpen. Maar wat als dat wankelt? In het schijnsel van bewegende lijnen en op de pulserende klanken van adem, ritme en stilte, kantelt de perceptie. Haat en liefde worden geen uitersten, maar schakeringen binnen één vloeiende beweging. Want is dit niet de kern van mens-zijn? De constante strijd tussen aantrekking en afstoting, angst en overgave? Waar we tegenstrijdigheid verwachten, ontstaat symbiose. Waar we grenzen zoeken, vinden we ruimte. Paradigm is geen conclusie, maar een uitnodiging: kijk, herken en kantel mee.
Vanuit een miniatuurversie van de zaal waarin je zit, neemt Plankton je mee op een reis door de toekomst. Want wat gebeurt er als de mens er niet meer is?
Langzaamaan kruipen planten door de kieren van de muren. Beetje bij beetje brokkelt de achterwand af. Reusachtige golven overspoelen de stoelen. Er ontstaat zelfs nieuw leven. De zelfgeknutselde, heel precieze miniatuurversie van de theaterzaal transformeert tot een nieuwe wereld. Plankton prikkelt de fantasie met een intiem kunstwerk voor alle leeftijden zonder woorden. Elke rots wordt ooit een kiezelsteen is een uitnodiging tot groter denken, maar dan op microschaal, voor iedereen vanaf 6 jaar.
Aan de ontbijttafel bij de King Sisters smeer je niet alleen een boterham, maar ook je keel. Het Zing Ontbijt is een muzikaal ochtendritueel vol hoop, speelsheid en onverwachte harmonie.
Niet alleen danst de hagelslag over tafel en fluit de ketel een liedje, ook het publiek zingt mee. Want elke stem telt, hoe die ook klinkt. Helder of schor, jong of oud, bescheiden of krachtig. We zijn met elkaar verbonden, of we nu de boter doorgeven of een klank zingen. Samen met multi-instrumentalist Wessel Schrik transformeren de zussen Joske, Annelie en Marthe Koning een simpel ontbijt tot een moment van gezamenlijkheid.
In deze performance expositie worstelen tien personen tussen de 10 en 73 jaar zich door de grootsheid van menselijke creaties. Ze zitten vast in massieve steenblokken, balanceren op een reusachtige weegschaal en dragen abstracte materie met zich mee. Hoe verhouden onze lichamen zich tot de massa die ons omringt?
In een associatieve kluwen van landschappen, lichamen en objecten neemt Lotte Boonstra je mee in een fantasievol en wrang universum. Een wereld waarin de mens als grootste beeldhouwer van het aardoppervlak verschijnt, en waarin levende en dode materie een duet met elkaar aangaan.
Hoe zou je leven eruit zien als je je seksualiteit opnieuw kon onderzoeken in de publieke ruimte? PEEKABOO is een visioen waarin de wereld een seksspeeltuin is. Een wereld waarin muziek, hypnose, drag, tekst en dans samenkomen.
Dit universum verbeeldt nieuwe manieren van contact via ‘cruising’: het zoeken van vluchtige, seksuele contacten in de buitenlucht. Maxime Dreesen benadert dit fenomeen als het verdwalen in een web van experimentele relaties en onverwachte ontmoetingen. Nieuwsgierigheid en opwinding vormen de rode draad door dit verhaal, dat kinky comedy, campy musical songs en intieme ASMR samenbrengt in een dromerig, teletubbie-achtig landschap.
Hun studie aan de Fontys Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg bracht hen samen; Tom Heintz studeerde Theater en Jolein Kop deed de richting Art Communication and Design, maar ze bleken algauw gemeenschappelijke interesses te hebben. Heintz was geïnteresseerd in het werken met beelden en projecties, om een ervaring op het podium te bewerkstelligen waarbij vooral beeld, muziek, geluid en de ruimte het verhaal vertellen en niet de tekst. Kop wilde op haar beurt meer dan ontwerpen maken, maar eveneens een hele wereld en ervaring creëren.
Interview met Heintz&Kop voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad
Beeld: PLAN-portret Heintz&Kop, copyright PLAN-Niels Vinck
Nog tijdens hun studie werkten ze aan hun eerste project samen, de voorstelling GRAY, geïnspireerd op het boek Het portret van Dorian Gray van Oscar Wilde. Daarin blijft hoofdpersoon Dorian mooi en jong terwijl zijn schaduwkant in een schilderij gevangen zit en alsmaar lelijker wordt. Kop: ‘Wij wilden onderzoeken hoe die schaduwkant in ons mensen zit.’ Heintz: ‘We vroegen ons af of we een ervaring konden creëren waarbij mensen reflecteren op hun eigen schaduwkant en daarmee bewegen en spelen.’
Schaduwwereld
Voor de voorstelling maakten ze twee ruimtes. In de eerste kreeg het publiek op briefjes vragen voorgeschoteld over hun schaduwkant, bijvoorbeeld: heb je weleens gedachten waar je zelf van schrikt? In de tweede ruimte stonden een paar acteurs achter een scherm, die zelf niet te zien waren, maar hun schaduwen wel. Het publiek werd uitgenodigd tegenover een van die schaduwen te staan, die te volgen of ermee te bewegen. Soms gebeurden er vreemde dingen met die schaduwen, en Heintz&Kop hadden ook nog projecties toegevoegd om de schaduwen van het publiek te manipuleren en de grens tussen werkelijkheid en de ‘schaduwwereld’ te vervagen.
Het spelen met licht is altijd een belangrijk aspect in hun voorstellingen. Kop: ‘We zoeken naar hoe licht een performer kan worden op de vloer.’ Voor hun meest recente voorstelling, Pascalerf 48, vertrokken ze vanuit de fascinatie voor het licht dat in hun eigen appartement op de vierde verdieping van een flat aan de Pascalerf in Tilburg scheen. ‘De zon valt daar heel mooi binnen en maakt allerlei schaduwen’, vertelt Kop. ‘Het voelt alsof de zon de hele dag door aan het performen is voor ons.’
De twee bouwden een maquette van 3 meter hoog van hun flat, inclusief ramen, de balkonreling, vensterbanken, luxaflex en allerlei voorwerpen. Een paar lampen dienen in de voorstelling als zon, die zodanig draaien of bewegen dat er schaduwen ontstaan in de flat door al die objecten. De verstilling die dit allemaal oproept is waar Heintz en Kop naar streven. ‘Je kunt gewoon echt genieten van die ene hoek die de zonnestraal maakt en de schaduwen die dan ontstaan’, aldus Kop.
Het publiek bleek het even fascinerend vinden om naar te kijken. Heintz: ‘We merkten dat Pascalerf 48 heel veel herinneringen naar eigen appartementen losmaakte. Na een van de voorstellingen kwam een man super emotioneel naar ons toe omdat het hem deed denken aan zijn eerste appartement in Den Haag.’
De twee makers besturen in Pascalerf 48 zelf de lichten, de maquette en de voorwerpen in de maquette, en zijn dus duidelijk zichtbaar op de vloer. Als een soort poppenspelers, zo ziet Kop het. ‘We zijn er wel, maar zijn ondergeschikt aan het materiaal.’
Miniheelal
Het inzoomen op één aspect, op hoe licht beweegt in een ruimte, is kenmerkend voor Heintz en Kop, al houden ze er ook van om juist uit te zoomen. Kop: ‘Bij ons volgende project willen we uitzoomen naar het heelal, en later weer inzoomen op een bacterie – een soort miniheelal.’
Voor het project over het heelal onderzoeken ze onder andere hoe je een planeet kunt vormgeven op het podium. Heintz: ‘Je kunt een bolletje maken en daarop de aarde schilderen met groen en blauw, maar wij zijn benieuwd of we door licht textuur kunnen geven aan een planeet. Bijvoorbeeld door licht te laten schijnen op een stukje blauw folie en daarmee de vorm van een planeet te laten ontstaan.’
De inspiratie voor dit project dat in 2026 in première zal gaan is Pale Blue Dot, een foto die ruimtesonde Voyager 1 in 1990 heeft genomen. Hierop is de aarde te zien als een kleine, blauwe stip in het heelal. ‘Als je vanuit zo’n uitgezoomd perspectief naar de aarde kijkt, kan dat een soort existentiële realisatie oproepen’, zegt Heintz. Dat wordt het overview effect genoemd, een gevoel alsof je plots overzicht hebt over de nietigheid van je leven in het grotere geheel.
Heintz en Kop willen onderzoeken of ze datzelfde gevoel binnen de theatermuren kunnen opwekken. Dat dat best een grote opdracht is, beseft Heintz zeker: ‘We willen als het ware het universum proberen te begrijpen en te vangen in een constructie.’ Maar hij vindt de poging daartoe al mooi: ‘Dat heeft een bepaalde poëzie in zich, om zo zin proberen te geven aan het leven.’
Theatermaker Lotte Boonstra maakt levende sculpturen, zo zegt ze zelf. ‘Eigenlijk kijk je tijdens mijn voorstellingen naar een tentoonstelling die de hele tijd verandert.’ Performers dragen in haar werk vaak opmerkelijke kostuums, lopen het podium op en af en voeren handelingen uit zonder te spreken.
Interview met Lotte Boonstra voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad
Beeld: PLAN-portret Lotte Boonstra, copyright PLAN-Niels Vinck
‘Ik ben een beeldhouwer en theatermaker in één’, legt Boonstra uit. ‘Als beeldhouwer maak ik beelden, als theatermaker zet ik die in de ruimte, denk na over het licht en geluid, en over hoe lang dat beeld moet blijven staan.’
Ze studeerde kostuumontwerp aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, waar je opgeleid wordt om in opdracht te werken. Boonstra: ‘Dan moet je inspiratie halen uit de vraag die je wordt gesteld. Dat doe ik dan vanuit een rationele benadering omdat ik nou eenmaal een ontwerp af moet leveren. In mijn eigen werk merk ik dat mijn inspiratie van veel dieper komt en ik vooral mijn onderbewustzijn gebruik.’ Daarom begon ze tijdens haar studie steeds meer haar eigen werk te ontwikkelen. ‘Mijn kostuums werden steeds minder kledingstukken, maar meer grote sculpturen waar het mensenlichaam in zit. Objecten die samen met een performer een sculptuur vormen.’
Gevangen in spullen
Haar eerste voorstelling Mensen dragen dingen begon vanuit de fascinatie dat mensen altijd iets met zich meedragen als je ze ziet lopen op straat. ‘We hebben spullen bij ons die we denken nodig te hebben met het idee dat die ons de vrijheid geven om ons leven te leiden zoals we willen. Maar tegelijkertijd houden ze ons gevangen, want we passen altijd ons lichaam aan aan wat we met ons meedragen.’
In de voorstelling liepen daarom bijvoorbeeld mensen met rugzakken, of met een heel groot blok dat iemand boven het hoofd balanceerde. Veel performers droegen objecten die vergroeid waren met hun lichaam, zoals een vrouw met zakken aan haar handen die aan haar armen gehecht waren. Boonstra: ‘Ze had niet meer de tas vast, maar had als het ware gewichten aan haar arm vastzitten.’
Een ander zat op een fiets met een hele grote jerrycan op zijn rug waar een vieze vloeistof uit droop. Het publiek gaf daar eigen interpretaties aan: ‘Mensen zagen er de vervuiling van de wereld in.’ Het was niet per se Boonstra’s doel om die link te leggen, maar ze vindt het wel leuk als mensen hun eigen associaties hebben. ‘Ik wil dat mijn werk een abstracte reflectie is op het menselijk leven. De beelden gaan vaak over de zwaarte van het leven wel of niet aankunnen, het ploeteren van de mens of het ergens in vastzitten.’
Meesjouwen
Waar ze begon met wat we als individuen met ons meedragen, gaat Boonstra’s werk steeds meer over wat wij als mensheid met ons meesjouwen en produceren. Wat is onze verhouding als mens, als organisch wezen, tot het dode materiaal waarmee we ons omringen? Daarom heeft ze onderzoek gedaan naar de gigantische hoeveelheden materiaal die we produceren en kwam er bijvoorbeeld achter dat alle door de mens gemaakte massa evenveel weegt als alle levende biomassa. ‘Dus alle mensen, bomen, planten en dieren wegen evenveel als alles wat wij gemaakt hebben.’
Dat soort informatie probeert ze om te zetten in haar voorstellingen. In Man made mass zaten performers bijvoorbeeld vast in enorme blokken steen, met slechts een hoofd dat eruit stak. Of iemand takelde een soort aardschil omhoog waar allemaal verschillende tinten rood zand in lagen zoals bij een afgraving. Bij het omhoog takelen gleed het zand langzaam naar beneden, waardoor een grote stofwolk ontstond.
De mens heeft namelijk grote invloed op de aardkorst en verplaatst veel materiaal doordat we allerlei dingen bouwen. Elk individu verplaatst omgerekend zo’n dertig kilo zand per persoon per dag. Die aardschil is een poging dat te verbeelden, al is ze nog bezig met bedenken hoe ze dat precies gaat verwerken in haar aanstaande voorstelling, die op Festival Cement in première gaat.
De vraag wat ze met al haar werk precies wil communiceren vindt Boonstra moeilijk te beantwoorden. ‘Ik wil het publiek mee uitnodigen om te kijken naar de wereld, meer dan dat ik iets wil communiceren over de wereld. Poëzie vind ik heel belangrijk in het leven. En als je een gedicht leest, denk je ook niet altijd: wat wil dit gedicht precies communiceren?’ Het gaat haar vooral om de ervaring tijdens de voorstelling, ‘het gevoel dat je krijgt als je naar die levende sculpturen kijkt.’
Om aan hun PLANtraject te beginnen hebben theatermakers Romy Moons en Thomas Claessens een paar geboden geformuleerd. Regels die ze als maakduo STEL willen uitdiepen of die ze komende jaren willen testen in hun voorstellingen. Die geboden zijn bijvoorbeeld: ‘We zullen zacht zijn’, ‘We zullen schrijven’ of ‘We zullen doordenken’, waarmee ze op de filosofische basis van hun voorstellingen doelen.
Interview met STEL voor PLAN Talentontwikkeling Brabant
Tekst: Mina Etemad
Beeld: PLAN-portret STEL, copyright PLAN-Niels Vinck
‘We zullen praten’ is ook een van de geboden. Want taal is waar hun voorstellingen sterk op leunen. Moons en Claessens maken vooral gebruik van associatieve, meanderende gesprekken. In dat alledaagse gebabbel liggen essentiële dingen verborgen die af en toe helder naar boven komen. De gesprekken kunnen gaan over hele banale dingen, zoals teennagels knippen of oliebollen bakken, waar ze dan lekker lang over doorleuteren – ze kauwen een onderwerp helemaal uit. Doorsjieken noemen zij dat op zijn Vlaams. Claessens: ‘Tot alle sap eruit is.’
In hun voorstelling Life, actually bijvoorbeeld ontmoeten twee personages elkaar nadat ze een romantische komedie hebben gezien en beginnen een ellenlang gesprek over de liefde en romcoms. Hun conversatie waaiert uit over allerlei randzaken, maar vaak genoeg raken ze ook de kern aan van wat liefde zou kunnen betekenen. Ondertussen vallen de twee voor elkaar en blijken ze als het ware zelf ook in een romantische komedie te zitten.
Zoekend praten
STEL pleit ervoor dat mensen net zoals hun personages vaker zoekend praten. ‘We houden van die gesprekken waarbij je er tijdens het praten achter komt wat je precies bedoelt’, zegt Claessens. Moons vult aan: ‘Door woorden te blijven geven aan je gedachten leer je elkaar kennen.’
Moons vindt dat we in onze huidige maatschappij efficiëntie hoog waarderen, terwijl we misschien juist veel verliezen als we ons alleen daarop richten. ‘Thomas en ik vinden het fijn om de inefficiëntie van een meanderend gesprek niet als iets slechts te zien. Want daar zit juist ook veel menselijkheid en schoonheid in.’
Maar veel mensen breken hun hoofd erover hoe ze zo duidelijk en precies mogelijk kunnen formuleren wat ze bedoelen omdat ze willen dat anderen ze goed begrijpen. Claessens: ‘Ik denk niet dat dat kan, want er zijn zo veel invalshoeken en iedereen beleeft dingen vanuit een andere ervaring. Een zin als “Ik hou van je” klinkt helder, maar betekent voor ieder mens weer iets anders. Of zelfs een woord als “appel”. We zien allemaal een andere soort appel voor ons.’
Misverstand als motor
Moons: ‘Taal blijft een uitvinding. Je kunt niet alles wat je bedoelt helder krijgen – op voorhand gaat het al mis omdat we begrippen bedacht hebben voor de dingen die we denken of zien. Maar de poging van het elkaar willen begrijpen is al mooi.’ Natuurlijk kunnen er dan misverstanden ontstaan – dat gebeurt ook geregeld in hun voorstellingen. De een drukt zich dan onhandig uit, waardoor de ander het gezegde anders opvat dan is bedoeld. Maar hun personages zijn – misschien in tegenstelling tot mensen in het echte leven – bereid om open te staan voor elkaar. Claessens: ‘Misverstanden zijn juist de motors waardoor een gesprek blijft lopen, omdat de personages er niet helemaal zeker van zijn of ze goed begrepen worden of dat ze de ander goed begrijpen. Maar ze zijn bereid te luisteren naar elkaar.’
Binnenkort beginnen Moons en Claessens met een nieuw project. Het voorlopige plan is om een voorstelling te maken die tien keer opnieuw begint. Claessens: ‘We proberen een scène te spelen, maar komen er telkens achter dat die niet helemaal de lading dekt van wat we proberen te zeggen.’ Dus wagen ze telkens een nieuwe poging om de scène te spelen zoals ze die voor zich zien en raken zodoende verzeild in gesprekken over wat ze precies aan het doen zijn. De voorstelling is voor STEL een onderzoek naar hoe je een ander echt ‘voor het eerst’ kunt zien, zonder context, tijdstip, of uiterlijk daar invloed op te laten hebben.
Of STEL zich na drie jaar nog steeds aan hun geboden houdt, zal nog blijken. Moons: ‘We denken nu dat dit onze stijl is, maar het kan ook zijn dat het bij een of twee voorstellingen paste.’ Claessens: ‘Ik hoop dat we radicaler worden in sommige punten, of dat we sommige hebben moeten schrappen.’
Op 9 september ging de nieuwste voorstelling van Plankton in première. ‘ Er rent een berg voorbij’ toert t/m januari 2025 langs de theaters. NRC sprak met de makers Sonja van Ojen en Hendrik Kegels:
De wereld waarmee Plankton de ‘fantasiespier ’ van hun toeschouwers traint, is er dus een waarin de mens nadrukkelijk níet boven z’n omgeving staat. „De westerse mens is in de afgelopen eeuwen alles wat geen mens is als gebruiksvoorwerp gaan beschouwen”, zegt Van Ojen. „In onze voorstellingen draaien we het om: we zijn als acteurs dienstbaar aan de omgeving, aan het decor. De achtergrond wordt de voorgrond.” Hendrik Kegels: „In Er rent een berg voorbij zitten we letterlijk achter de decorstukken.”
Het gaat al genoeg over voetbal deze EK-weken, so let’s not go there, maar toch: ook PLAN is een elftal. Afgelopen week kreeg het netwerk voor talentontwikkeling in de podiumkunsten het goede nieuws dat het de komende vier jaar is opgenomen in de Basisinfrastructuur (BIS).
Maar! Het netwerk kan alleen zo sterk werken – en gewaardeerd worden door commissies – dankzij de duurzame samenwerking tussen de 11 trouwe partners.
Niet alleen Cement is de dupe van een schrijnend tekort aan middelen, maar vele makers en instellingen, zoals de eerder aan PLAN verbonden makers House of Nouws, The100Hands en Katja Heitmann.
Het festival beraadt zich op de reactie richting de provincie. Help het festival in verdere stappen. Steun Cement! Zoek ze online op en stuur hartjes, kreten, deel hun bericht.
Vandaag werd bekend dat PLAN Brabant opgenomen is als één van de 16 ontwikkelplekken in de BIS voor de periode 2025-2028. PLAN is het netwerk voor talentontwikkeling bestaande uit elf Brabantse podiumkunstinstellingen die gezamenlijk nieuwe makers van theater, dans en circus meerjarig ondersteunen. De toekenning is een bevestiging van waar de partners sinds 2013 zo zorgvuldig aan gebouwd hebben. Tegelijkertijd wordt de feestvreugde getemperd door de radicale keuzes die gemaakt zijn bij het Fonds Podiumkunsten waardoor PLANpartner DansBrabant en uitgestroomde PLANmakers als Katja Heitman, The100Hands en Sanne Nouws buiten de boot vallen.
De Raad voor Cultuur over PLAN in haar advies: “De raad vindt het veelbelovend dat PLAN buiten de klassieke kaders denkt en kiest voor op de persoon gerichte trajecten voor elke maker voor een periode van drie jaar. De raad ziet PLAN als een belangrijk scharnierpunt tussen de kunstvakopleidingen in de regio Brabant en de praktijk.”
Al in 2017 bij het verwerven van landelijke financiering werd gezegd “dat PLAN erin slaagt een voorbeeld te zijn voor de rest van Nederland op het gebied van talentontwikkeling door bestaande instellingen”. PLAN werkt met elf partners vanuit vier steden lokaal, in de regio, landelijk en internationaal. Bij PLAN is plek voor danstalent, voor theatertalent, voor circustalent, en voor alle interdisciplinaire tussenvormen. De veelzijdigheid van PLAN en de verschillende expertises van de partners passen bij een generatie makers die wil experimenteren met verschillende disciplines, speelruimtes en publieksbenadering.
Met trajecten op maat hebben tot nu toe makers als Katja Heitman, Eva Line de Boer, Simon Bus, Bram van Helden, Elias De Bruyne en Piet Van Dycke drie jaar kunnen werken binnen PLAN. PLAN geeft groot eigenaarschap aan de maker en steunt meerjarig financieel en met een – door de maker gekozen – mentor, het hele PLAN netwerk en de mede-PLANmakers.
De honorering binnen de BIS garandeert de makers van PLAN continuïteit en kwaliteit van hun ontwikkelomgeving. Naast het produceren van voorstellingen bieden de trajecten van PLAN volop kansen voor presentatie, residenties, onderzoek, verdieping en het verkennen van persoonlijk leiderschap. Daarnaast is er een speciale programmalijn ontworpen die gaat over Publiek&Context.
De komende vier jaar zullen makers als King Sisters (mentor: Festival Cement), Anthony van Gog (mentor: DansBrabant), Anna Verkouteren Jansen (mentor: Podium Bloos), Alesya Dobysh (mentor: DansBrabant), Maxime Dreesen (mentor: Theater De Nieuwe Vorst) en Arjuna Vermeulen (mentor: Theaterfestival Boulevard) kansen krijgen om te bouwen aan hun artistieke signatuur, netwerk en organisatie.
Foto: Euhm… in vijf bedrijven door Elias De Bruyne, copyright Kurt Van der Elst
Het makersduo Plankton, bestaande uit Sonja van Ojen en Hendrik Kegels, is met de voorstelling Om de hoek woont een struik genomineerd voor de Zwitserse Grünschnabel-Preis. Ze zijn daarmee één van de vijf genomineerden.
Tijdens het 16e Figura Theater Festival 2024 in Baden zal de regeringsraad van het kanton Aargau voor de elfde keer deze internationale prijs voor jong poppentheater ter waarde van 10.000 Zwitserse franken uitreiken. De prijs bekroont een jong theatergezelschap dat aan het begin van zijn professionele carrière staat en op een artistiek onafhankelijke en uitmuntende manier werkt met expressieve vormen van poppen- en objecttheater.
Genomineerden voor de “Grünschnabel 2024” zijn: Feikes Huis / Plankton (NL) met Om de hoek woont een struik, kapunkt. (stock+walther+schaper) (DE) met Schlafstadium N, Moritz Praxmarer (CH) met The Story of Larry, Annina Mosimann & Fernando Munizaga (CH/CHL) met Mycelium – A Nourishing Community, Théâtre Gudule (FR) met Santa Pulcinella.
Op 22 juni wordt de winnaar bekendgemaakt.
Over Om de hoek woont een struik
In Om de hoek woont een struik brengen theatermakers Sonja van Ojen en Hendrik Kegels een zelfgebouwde miniatuurstad tot leven. Niet de mensen, maar de Esdoorn, de Lantaarnpalen, het Openbare Toilet, de Schoorsteen, de Kevers onder de tegels en de Kiosk op het plein spelen de hoofdrol.
De dag breekt aan, een vuilnisbak waait om, een plastic zakje raakt verstrikt in de takken van een boom, een duif poept op het standbeeld, de krokussen gaan open.
Deze fantasievolle en woordeloze voorstelling wordt begeleid door een filmische soundtrack van Frederik de Clercq (Studio Ree).
Om de hoek woont een struik was één van de drie winnaars van de BNG Bank Theaterprijs 2020 en werd geselecteerd voor Het Nederlands Theater Festival 2021.
Om de hoek woont een struik is een coproductie met Feikes huis, Festival Cement, Plankton en Makershuis Tilburg.
Over Plankton
Sonja van Ojen en Hendrik Kegels maken beeldend theater voor alle leeftijden. Hun werk is beeldend, absurdistisch en speels. Ze studeerden allebei af aan de performance-opleiding van de Toneelacademie Maastricht. Samen maakten ze ook de voorstellingen Phantom Island, Microlepidoptera, Het Donker en onlangs ging Er rent een berg voorbij in première. Het duo is verbonden aan Feikes Huis, PLAN Talentontwikkeling Brabant, Stip Theaterproducties en Festival Cement.
Om de hoek woont een struik – foto Bas de Brouwer
‘Ik denk dat samen zingen misschien wel de meest activistische daad is die er is, omdat het gaat over jezelf verliezen in zekere zin. In een goed koor hoor je jezelf niet meer. Je geeft je stem samen met anderen en er gebeurt iets in die samensmelting van stemmen wat lijven niet kunnen, waardoor je jezelf verliest zonder dood te gaan.’
Van 2021 t/m 2023 werd performer, zanger, componist en theatermaker Timo Tembuyser ondersteund door PLAN. Manu van Kersbergen sprak afgelopen winter met Timo op een besneeuwd (!) pleintje voor de Sint Janskathedraal in ‘s-Hertogenbosch. Het gesprek start bij de kerk en opgroeien in een conservatief kader en gaat vervolgens over het over de grenzen kijken en de erotiek van muziek.
Timo’s nieuwe voorstelling MISSA MAMA NOVA is in de meimaand te zien in Theater Rotterdam (10 mei), Theater De Nieuwe Vorst in Tilburg (29 mei) en op Dag in de Branding in Den Haag (31 mei)
Goed nieuws: drie kersverse PLANmakers zijn sinds 1 januari ingestroomd! Arjuna Vermeulen, Alesya Dobysh en Maxime Dreesen kunnen de komende jaren met steun van het netwerk hun talenten verder ontwikkelen. Heel kort iets over de makers, lees meer over ze op hun gloednieuwe pagina’s.
𝗔𝗿𝗷𝘂𝗻𝗮 𝗩𝗲𝗿𝗺𝗲𝘂𝗹𝗲𝗻 begon met dansen in 2002, waarna Breaking uitgroeide tot een manier van leven. In 2020 danste Arjuna bij Theaterfestival Boulevard in Traces van maker Shailesh Bahoran. Hier ontdekte hij zijn aanleg voor andere dansstijlen, zijn creatieve inzicht en zijn expressieve persoonlijkheid. Na jarenlang als autodidact in de breakdance scene actief te zijn geweest, zette Arjuna zijn zinnen op het theater. lees meer
𝗔𝗹𝗲𝘀𝘆𝗮 𝗗𝗼𝗯𝘆𝘀𝗵 komt uit de (Russische) straat-en club scene, waar ze de liefde voor house dance ontwikkelde – een clubstijl die de nadruk legt op gearticuleerd beenwerk en heavy flow. Ze won prijzen bij internationale battle events als Juste Debout (Parijs) en Summer Dance Forever (Amsterdam). Met haar bewegingstaal brengt Alesya haar voetwerk tot abstracties als ritme, pulsatie, stilte of lichaamsgeluiden. lees meer
𝗠𝗮𝘅𝗶𝗺𝗲 𝗗𝗿𝗲𝗲𝘀𝗲𝗻 is theaterregisseur en performer. Het werk van Maxime behandelt thema’s zoals seksualiteit, plezier, gender, falen en queer activisme. Vanuit (semi-)autobiografische bronnen streeft Maxime vervolgens naar een universeel, activistisch en politiek effect. lees meer
Fotografen: (van links naar rechts) Arjuna door Len van der Pol, Alesya door Kate Lock, Maxime door Lennert Madou.
PLAN-partner Festival Cement verovert binnenkort weer de theaterzalen van ‘s-Hertogenbosch. Van 26 mei t/m 1 juni zie je het werk van maar liefst 19 jonge..
Lees verder..In de broedplaatsen kunnen makers hun eerste stappen zetten en zichtbaar maken. Tegelijkertijd is het een kennismaking tussen een maker en partner(s), op basis waarvan een lange(re) samenwerking tot stand kan komen. Er zijn broedplaatsen in Breda, Tilburg, ‘s-Hertogenbosch en Eindhoven.
In PLAN werken de volgende producenten, podia én festivals samen: Festival Cement, Theaterfestival Boulevard, DansBrabant, Het Zuidelijk Toneel, Festival Circolo, De Nieuwe Vorst, Podium Bloos, Parktheater Eindhoven, United Cowboys, Theater Artemis en de Verkadefabriek. Lees hieronder meer over de werking van elke partner of klik door naar ieders website.